Metabolic health & nutrition

Glucotypes nieuwe voorspeller voor metabole ziekten zoals diabetes?

De meeste mensen denken bij bloedsuikercontrole aan diabetes. Maar de waarheid is: glucoseregulatie is een continuüm, en verstoring begint vaak jaren voordat er sprake is van een diagnose.

Traditionele markers zoals HbA1c (gemiddelde bloedsuiker) geven een algemeen beeld maar missen pieken, dalingen en variabiliteit. En het zijn juist die dagelijkse schommelingen die ons iets vertellen over metabole flexibiliteit, stressbelasting en mogelijk toekomstig risico.

Met Continue Glucose Monitoring (CGM) en het concept van glucotypes kunnen we vandaag al zien wat anders pas over tien jaar tot uiting zou komen.

Wat is HbA1c en waarom is het niet genoeg?

HbA1c is de klassieke maatstaf voor glucosecontrole. Het meet het percentage van hemoglobine waaraan glucose is gebonden, en geeft zo het gemiddelde over de afgelopen 2-3 maanden.

  • <42 mmol/mol → normaal
  • 42–47 mmol/mol → prediabetes
  • ≥48 mmol/mol → diabetes

Maar: dit gemiddelde verhult pieken en dalingen. Twee mensen met exact hetzelfde HbA1c kunnen totaal verschillende glucoseprofielen hebben en dus ook totaal verschillend risico op ontsteking, insulineresistentie en metabole schade.

Waarom Continue Glucose Monitoring (CGM) wél het hele plaatje laat zien

CGM meet elke paar minuten je bloedsuiker via een kleine sensor onder de huid. Het levert een realtime datastroom die laat zien:

  • Hoe je lichaam reageert op voeding, stress, slaap en inspanning
  • Hoe lang je in je glucose-doelgebied blijft
  • Hoe sterk en hoe vaak je piekt of daalt

Dit geeft niet alleen inzicht, maar ook actiegerichte data. En het maakt iets nieuws mogelijk: de classificatie in glucotypes.

In dit artikel lees je meer over CGM.

Glucotypes: hoe je lichaam reageert zegt meer dan alleen HbA1c

Recent onderzoek (Hall et al., PLOS Biology) introduceerde het concept glucotypes: een indeling van mensen op basis van de variabiliteit in hun bloedsuiker, gemeten via CGM.

De drie hoofdtypen:

  • Glucotype L (Low Variability)
    Stabiele bloedsuikerspiegel met minimale fluctuaties. Ideaal voor metabole gezondheid.
  • Glucotype M (Moderate Variability)
    Matige pieken en dalingen. Vaak bij mensen met een normaal HbA1c, maar verhoogd risico bij langdurige disbalans.
  • Glucotype S (Severe Variability)
    Grote schommelingen – inclusief spikes die typisch zijn voor prediabetes, zelfs bij mensen zonder officiële diagnose.

Dit betekent: je kunt ernstige glucosepieken hebben met een perfect HbA1c.
Wat onder de radar blijft in de huisartspraktijk, wordt zichtbaar via CGM.

Waarom variabiliteit telt, ook zonder diabetes

Glucosevariabiliteit wordt in verband gebracht met:

  • Oxidatieve stress
  • Endotheelbeschadiging (vaatwand)
  • Chronische ontsteking
  • Verhoogd cardiovasculair risico
  • Verminderde cognitieve functie

Onderzoek toont aan dat glucosevariabiliteit een krachtiger voorspeller is van hart- en vaatziekten dan het gemiddelde HbA1c. Dat maakt het niet alleen medisch relevant, maar ook strategisch inzetbaar voor wie zijn gezondheid op lange termijn wil sturen.

Klinische relevantie: eerder zien = eerder sturen

Door mensen in te delen op basis van hun glucotype, kunnen we:

  • Verstoring veel eerder detecteren
  • Gepersonaliseerd advies geven over voeding, training, stressherstel
  • Risico’s op type 2 diabetes en HVZ verlagen vóór er sprake is van schade

Een CGM-studie (Zeevi et al., Cell, 2015) liet zien dat persoonlijk voedingsadvies op basis van CGM-data leidde tot significant betere glucosecontrole – zélfs bij mensen zonder diabetesdiagnose.

Wat kun je doen met jouw glucotype?

  • Voeding op basis van respons
    Niet elke “gezonde” maaltijd is gezond voor jou. CGM maakt duidelijk welke voedingsmiddelen jouw glucose laten pieken – en welke juist stabiliseren.
  • Meer spiermassa = meer glucoserespons
    Krachttraining verbetert insulinegevoeligheid en dempt glucosedips. Bij LNGVTY gebruiken we spier- en vetdistributiegegevens om training gericht af te stemmen.
  • Stress- en slaapregulatie
    Cortisolpieken en gebroken slaap zijn glucoseverstorend, zelfs zonder suikerinname. CGM laat zien wat je autonome systeem doet, zonder dat je het voelt.
  • Geavanceerde suppletie
    Berberine, magnesium, alfa-liponzuur: CGM-data helpt bepalen wat werkt – en wat niet.

Wat betekent dit voor longevity?

De weg naar metabole verstoring verloopt geleidelijk. Maar met realtime data kun je vóór zijn wat je anders pas merkt als vermoeidheid, gewichtstoename, brain fog of insulineproblemen zich openbaren.

Glucotypes maken het mogelijk om gezondheid niet als een snapshot, maar als een patroon te benaderen.
En dat patroon kun je beïnvloeden vóórdat het risico wordt.

Conclusie: glucotypes zijn de nieuwe sleutel tot metabole regie

  • HbA1c is onvoldoende om verborgen disbalans op te sporen
  • CGM en glucotypes bieden inzicht in hoe jouw lichaam reageert
  • Vroege detectie maakt gepersonaliseerde interventie mogelijk
  • Met LNGVTY meet je je glucotype – en optimaliseer je het met medische precisie

Je hoeft geen klachten te hebben om disbalans te zien. Je hoeft alleen te meten.